Il Castello di Giomici

Giomici, kleine burcht ten westen van Casa Castalda, vormde samen met de omliggende burchten Biscina, Caresto, Coccorano en andere, het verdedigingssysteem van Gubbio op de grens met Perugia. Het speelde daarom een belangrijke rol in de geschiedenis van de 13e en 14e eeuw, omdat het dikwijls belegerd werd door leenheren uit de omgeving en door de vijandelijke stadstaten.

Het kasteel van Giomici wordt in de keizerlijke en pauselijke analen uit de middeleeuwen vaak genoemd. De eerste keer gebeurt dat in een Oorkonde van keizer Federico I (genoemd Barbarossa) uit het jaar 1160, waarin de grenzen worden vastgesteld tussen de stadstaten Assisië en Gubbio. Want het kasteel van Giomici met het omliggende gebied was gedurende de oorlog van 1140-1160 tussen de stadstaten Gubbio en Assisië door de Assisiërs veroverd. Met de genoemde oorkonde draagt keizer Barbarossa het kasteel opnieuw aan Gubbio over. Giomici wordt voorts genoemd in oorkondes van Federico I in het jaar 1163, van Arrigo IV in 1191 en van Ottone IV in 1211.

In de tweede helft van de 13e eeuw was Giomici in het bezit van de monniken van de abdij San Donato di Pulpiano, in het territorium van Gubbio, ten gevolge van een schenking door Federico I die, volgens een oorkonde uit 1163, de genoemde abdij onder zijn bescherming kreeg.
Keizer Ottone IV schonk op 14 november 1211 aan de stad Gubbio enkele kastelen, waaronder dat van Giomici.
Op 1 juni 1240 verleent de Abt van het klooster van San Donato di Pulpiano aan Monaldo di Suppolino als erfpacht Castrum Glomisci, eius curiam totam, com hominibus servitii et utilitatibus (het kasteel Giomici, de curie)
Na de oorlog met de stadstaat Perugia koopt Gubbio in april 1258 van Monaldo di Suppolino een paleis en een toren binnen de burcht Giomici, evenals het cassolato (het huidige bastion ‘Giardino’), om zich te verzekeren van het bezit van de burcht. Ondanks deze verkoop behielden de nazaten van Monaldo di Suppolino nog een tijdlang enkele bezittingen binnen de burcht. In diverse documenten uit die tijd worden de Suppolino’s aangeduid als ‘Graven van Casa Castalda en Giomisci’.
Gedurende de oorlogen tussen Perugia en Gubbio viel Giomici dan eens in handen van Perugia, dan weer van Gubbio. Uiteindelijk zou Giomici eeuwenlang onder het beheer van Gubbio vallen. Ser Guerriero van Gubbio vermeldt in zijn Kroniek het volgende wapenfeit dat zich in het jaar 1378 op Giomici voltrok:
" … In dat jaar nam Senso de’ Gabrielli Giomici in bezit. Petruccio de Ciuccio de Villamaiana had zich in de toren teruggetrokken en wilde zich niet overgeven. Toen werd de toren omvergehaald en Petruccio viel met toren en al door het dak van het belendende huis …".

Omstreeks 1650 kwam de burcht Giomici en bijbehorend grondgebied (600 ha) in het bezit van de familie Vagni.